helden
Bas Jan Ader
(1942-1975)
vallen
en weer
opstaan
telkens weer
opnieuw
uiteindelijk
voorgoed
verdwijnen
in het
concept van
de zee
Herman Brood
(1946-2001)
niks was
voor hem
te hoog
zelfs niet
het dak
waar hij
zich voor
de laatste
keer vastbesloten
over de
rand heen
boog
Reinder Egbert Hilbrands (opa)
(1910-1984)
oma
in de keuken
opa
in zijn stoel
nog voordat
ik ze zag
rook ik al
de geur
ik heb ze
nog verzameld
de bandjes
van zijn sigaren
en ook
net zo
vaak weer
weggegooid
soms is het
er weer die
vertrouwde geur
opeens
heel even
ben ik dan
wie ik toe
ben geweest
Jan Wolkers
(1925-2007)
vroeger las
ik alles wat
jij schreef
en dacht ik
telkens weer
gaat dit
over jou
of is het
fantasie
hoeveel weet
ik nu van jou
of helemaal niets
tegenwoordig schrijf
ik zelf
en zit jij
bij elke
letter in
mijn hoofd
Jan Arends
(1925-1974)
zon'n dag
waarop je
makkelijk tot op
het bot verkleumt
als je langer
buiten blijft
dan nodig is
zo'n dag
waarop de
taal zo
mager is
dat niemand
het zo karig
kan opschrijven
zoals hij deed
Laika, hond tussen de sterren
(1954-1957)
aan de
zwaartekracht
ontsnapt
verdwaald tussen
de sterren
is voor
een hond
vallen
het ergste
wat er is
en dan
al na een
paar uur
opgebrandt
de hemel in
William Turner
(1775-1851)
nooit eerder
kroop ik in
een schilderij
ik dit kolken
in de mist
waar niets meer
helder is
waar je grijpt
maar niet meer
weet naar
wie of wat
nooir eerder
werd ik zo
verblind door
kleuren en
zag ik pas
later waar ik
eigenlijk was
Louis Daguerre
(1787-1851)
zijn zilver
was niet
snel genoeg
alles wat
bewoog ging
zo voorbij
alleen de man
die langzaam
schoenen poets
bleef in
al die jaren
overeind
nu kijk ik
ernaar en
verwonder mij
over die bijna
lege straten
in parijs
en over
alles wat
bewogen heeft
maar verdwenen
is in de
lange belichtingstijd
Kraftwerk (1970)/Autobahn (1975)
grijs lint
met witte strepen
en een groene rand
een helderblauwe lucht
de bergen al in zicht
de motor die start
toeren worden opgevoerd
de claxon laat zich horen
al bij het eerste stoplicht
de rem piept krachtig
voor het zebrapad
de richtingaanwijzer klikt
alvast zwoel voor
de volgende afslag
het is als een
symfonie op wielen
en de bestuurder
neuriet zacht
met tachtig
kilometer per uur
strijkt hij zo naadloos
de laatste plooien
in het asfalt glad