hinkel









27 gedichten geïnspireerd door het boek
‘Rayuela: een hinkelspel’
van Julio Cortázar.





 hinkel

vanaf de stoeptegels
van mijn jeugd
hinkel ik op één
been het heden in

met een dik stuk
stoepkrijt teken ik
vierkanten en
schrijf ik cijfers

maar door met mijn
voeten te draaien
veeg ik alles
langzaam weg

met elke sprong
die ik maak
met elke stap
die ik zet

raak ik zo verder
verwijderd van wat
mij nog vasthoudt
in het verleden

blaren

ik maakte een teiltje
water voor haar klaar
warm water

ik waste haar voeten
ik dacht ondertussen
aan wassen in onschuld

ik wist wel beter
ik wist dat zij
wel beter wist

ik had haar
mijn hart gegeven
zij nam het gretig aan

rukte het uit mijn lijf
hakte het daarna
in duizend stukjes

daarom maakte ik voor
haar een teiltje water klaar
kokend water

zodat zij nu
voorgoed op de blaren
moet zitten

storm

het voordeel van de
twijfel heeft zijn
langste tijd gehad

vanaf nu is
iedereen verdacht
vanaf nu weten we


dat één woord
genoeg is om veel
kapot te maken

nu zijn wij allemaal
met elkaar verbonden
in de stilte

die toch meer bleek
te zijn dan een storm
in een glas water

we kunnen alleen nog
hopen dat het ooit
weer over zal gaan


dunne lijn

het is een dunne lijn
tussen blijven of gaan

met een gat
in mijn hart
dat vaak niet
meer te vullen is

het is een dunne lijn
als ik mij in
mijn eigen vel
zo overbodig voel

hoe hard ik loop
hoe veel ik rook
hoe zwaar ik
mijzelf ook verdoof

het is een dunne lijn
maar ik weet zeker

mijn thuis is de plek
waar ze mijn botten
zullen begraven

 

bladeren

alle boeken
in zijn kast
keurig gesorteerd
en rechtop

tussen de bladzijden
zitten dode bladeren
verstopt

hij heeft niemand
ooit  verteld
dat hij er graag
naar kijkt

dat hij met zijn
vingers over
de nerven wrijft

dat hij er graag
voorzichtig
aan ruikt

dat elk blad
aarzelend tussen
zijn vingers doorglijdt

hij heeft niemand
ooit verteld
dat hij ze nodig heeft

want als hij
niet kent
dan is hij niet

 

troost

de dichter die
s nachts bijna niet kan
slapen en daarom
bijna te ver
uit het raam van
zijn slaapkamer hangt

de dichter die
omhoog kijkt naar
de sterren en
het liefst zijn vragen
naar boven zou
willen gooien zonder
een antwoord te verwachten

de dichter die
de bijna dierlijke afdrukken
van de tanden
van zijn geliefde
nog in zijn schouder
voelt staan

die dichter kan
alleen nog troost
vinden door zachtjes
weer in het bed te
kruipen en te schuilen
in haar armen

 

wijzers

ik viel zomaar
uit de tijd
daar lag ik dan

de klok hing boven
mij te lachen
en ik kreunde even

ik voelde aan
mijn lichaam of alles
nog ter plaatse was

het viel wel mee
ik keek omhoog
ik wist het zeker

eens zal ik vliegen
met de tijd
als ik in staat ben

om die grijnzende wijzers
met mijn blote handen
om te keren

 

beeldspraak

vis in de rivier
met de stroom mee

blad aan de boom
met het draaien
van de zon mee

wolk aan de hemel
met de wind mee

wat zij aanraakt
waar zij gaat
wat zij meemaakt

de beeldspraak
volgt haar

het gedicht ontstaat
in haar hoofd

en alles reist
met haar mee

 

tekenen

ik raak je mond
ik raak je aan

mijn vinger
trekt een vorm

ik schets over
je lippen heen

met mijn ogen dicht
probeer ik te vergeten

opnieuw laat ik
jouw mond ontstaan

ik laat mij door
het toeval leiden

ik wil het liever
niet begrijpen

53076 bezoekers (68391 hits) sinds 13-12-2021
Powered by webXpress